30/10/2025 door Niels Roelen 0 Opmerkingen
Paul van der Lugt - Autonoom radioavonturier
Paul van der Lugt (1956) was nieuwslezer en omroepmanager. Bij een fietstocht vanuit Amsterdam kwamen we elkaar toevallig tegen. Hij wilde trambestuurder worden, totdat hij als jongetje door de radio gegrepen wordt. “Radio is spannend omdat het focust op een enkel zintuig en daardoor veel overlaat aan de fantasie van de luisteraar.” Omdat radio tijdens de oorlog het medium van hoop was, zoek ik hem op in Huis ter Heide.
‘Ik heb uiterlijk tot twaalf uur,’ Paul brengt zijn bord naar de keuken, maakt twee koppen koffie en wijst naar de klok aan de muur. Door een paar nieuwe fietsschoenen naast de kast en de racefiets die in de tuin onder een overkapping staat, dwaalde ik bij binnenkomst af naar onderwerpen waar nu geen tijd voor is. De studiolamp staat in één keer op rood, dus ligt onze focus vanaf nu op het verhaal. Gaan we zitten alsof we samen een uurtje radio moeten maken.
‘Vrij zijn om te doen en te denken wat ik wil, dat is voor mij belangrijk.’ Op de tafel liggen diverse kranten en tijdschriften, in de kast achter me staan wat boeken en door de diepe achtertuin loopt een modelspoorbaan.
‘Alles natuurlijk wel binnen de kaders van de wet en het fatsoen, maar ik ben buitengewoon autonoom en allergisch voor mensen die denken dat ze gezag kunnen ontlenen aan hun positie of een uniform.’
Zonder dat ik ernaar hoef te vragen komt Paul met twee voorbeelden. De eerste van toen hij onlangs aangehouden werd voor te hard rijden. Het is een situatie waarin hij baalt dat hij gesnaaid is, maar waarvan hij heel goed begrijpt dat de agent gewoon zijn werk doet en dat hij zelf te hard reed. De tweede is van langer geleden. Met vrienden reisde hij naar de Krim en daar dachten een paar agenten dat ze hem wel konden intimideren.
‘De Krim was toen nog Oekraïens. Het was avond en we dronken samen een biertje in een lokale kroeg en ik moest piesen. Ik sta daar tegen een boom aan te plassen en dan komen er twee agenten aanrijden in zo’n Lada-tje. Ze grijpen me in mijn nekvel, sleuren me de auto in en proberen me vijfhonderd euro af te troggelen. Dan ga ik dus dwarsliggen. Geen bon uitschrijven, gewoon contant betalen. Gooi me in de bajes, maar op zo’n moment krijg je geen rooie rotcent van me. Niks, ik ga me dus niet laten piepelen door een stel gasten die de kluit belazeren.’
De Krim, Odessa, Moermansk, Polen en Roemenië. Onder povere omstandigheden in Russische nachttreinen bezoekt hij met die vrienden een aantal keren het voormalige Oostblok.
‘In die tijd stonden er in elk rijtuig een kolenkacheltje om de wagon te verwarmen. Je had er van die conducteurs, provotnik’s die gewend waren dat mensen buigen voor een uniform. Ik niet dus.’
‘Is dat ook wat je trok aan radio? Het avontuur? Wat maakt radio spannend, is het het cliché: Radio is the theater of the mind, television of the mindless?’
Paul lacht en vertelt dat hij begon in Den Haag als piraat, radioprogrammaatjes maken bij mensen met een sterke zender en twintig meter antenne op hun dak. Het is een zaadje dat geplant wordt als hij vijf, misschien zes jaar oud is en zijn vader een draagbare radio aanschaft.
‘Zo’n groot apparaat,’ met zijn handen geeft hij de omvang ervan aan, ‘dat ding, die radio had ook een slee waardoor je hem in de auto mee kon nemen. Samen met mijn vader ging ik op een gegeven moment naar mijnheer pastoor, van huis uit ben ik katholiek, om een plek te reserveren voor de nachtmis. Toen hij naar binnen ging, bleef ik wachten in de auto. Terwijl zij samen ongetwijfeld een wijntje dronken, speelde ik met die radio. Dan luisterde ik radio Caroline, radio London. Len Barry, met one two three, je kent het vast wel.’ Hoewel ik geen flauw idee heb knik ik bevestigend.
De droom van een carrière als trambestuurder, gekaapt door een draagbare radio.
‘Een van mijn sterkste punten op school was dat ik goed kon voorlezen’, het is een kwaliteit die hem als nieuwslezer uiteindelijk bij de professionele radio brengt. Dat hij een nieuwsjunkie is, dat wat er op de wereld gebeurt en aan de hand is, hem aan het hart gaat, komt daarbij natuurlijk goed van pas.
‘Deze,’ Paul tilt een NRC op van de eettafel, ‘wordt elke dag door mijn schoonvader gebracht, maar tegenwoordig lees ik alles digitaal. Volkskrant, AD, Telegraaf, CNN, New York Times, The Guardian, alles wat ik maar kan vinden.’
Nieuws kan hem gelukkig maken en opvreten.
‘Het opvreet-gehalte,’ bekent hij, ‘is de laatste tijd wel vrij sterk toegenomen.’
‘Ben je zo’n slimste mens type? Zo’n wandelende encyclopedie met wie je geen Triviant moet spelen?’
‘Als het over nieuws gaat wel, maar er zijn ook dingen die me geen biet kunnen schelen. De entertainment programma’s met een hoog privé-, boulevard gehalte bijvoorbeeld. Dat interesseert me dus echt helemaal niks.’
Naast nieuws is het muziek dat hem naar de radio trekt.
‘Het eerste singeltje dat ik kocht was van Mieke Telkamp’ Paul’s glimlach verraadt een guilty pleasure, ‘Sleighride in Alaska. Ik heb hem nog steeds.’
Die muziek brengt hem rond zijn zeven-, achtentwintigste bij Radio 3. Inmiddels heeft hij een studie Nederlands afgerond en het station vraagt hem om zendercoördinator te worden. Veel te jong als je het hem vraagt, maar toch doet hij het.
‘Men vond mij er wel een geschikte figuur voor, misschien vermoedden ze een zekere kritische massa. Het was experimenteren, het wilde westen, maar dat beviel me wel.’
Met een droge klik kondigt de klok een nieuwe minuut aan. 11:59
’Tijd,’ merk ik op, ‘ik moet zo gaan.’ Paul knikt, we zetten de kopjes in de keuken. Vlug raap ik mijn spullen bij elkaar, stap in de auto en zoek de platen op waar hij het over had. Len Barry blijk ik inderdaad te kennen. Het nummer van Mieke had ik nog nooit eerder gehoord. Anders dan de titel doet vermoeden is het ook een Nederlandstalig nummer, met een rawhide achtig begin. Een tekst die in alles een tegenpool is van Drs P’s Trojka, die een gezin overboord gooit uit een slee op weg naar Omsk, in de hoop te ontsnappen aan de wolven.
“We rijden in de Trojka door het eindeloze woud. Het vriest een graad of dertig, het is winter en vrij koud.” Die trojkarit mag dan weliswaar geen treinreis zijn, maar wel een avontuur waar Paul zich met een glimlach in zou kunnen storten.
Niels ®elen
 
 
Opmerkingen
Schrijf een reactie