03/10/2025 door Niels Roelen 0 Opmerkingen
Voer nu het gesprek met soldaten voor het straks te laat is.
Na de toespraak van Trump en Hegseth, spraken een aantal Amerikaanse officieren en onderofficieren zich nadrukkelijk uit over deze bijeenkomst. Niet alleen op social media moeten leidinggevenden zich uitspreken, ook op de werkvloer moeten ze nu het gesprek aangaan met hun soldaten over waar de organisatie voor staat.
Nadat Trump de naam van het Department of Defense veranderde in het het Department of War, hij al troepen gestuurd had naar Los Angeles en Washington, stuurde hij begin deze week ook troepen naar Portland. Naast deze steden, is hij van plan om ook nog troepen te sturen naar Memphis, en Chicago -they’re about to find out why it’s called the Department of War-. Troepen die moeten optreden tegen de “binnenlandse terroristen (de zogenaamde antifa)” en ingrijpen in de “door oorlog geteisterde Amerikaanse steden.”
De inzet van Amerikaanse troepen tegen de eigen bevolking, sterk bekritiseerd door Bernie Sanders, is geen verrassing. Stap voor stap, verandert Trump de aard en de rol van het Amerikaanse leger. Hoe sommige militairen daar tegenaan kijken, bleek toen Pete Hegseth aankondigde dat alle generaals op dinsdag 30 september bijeen moesten komen op Quantico. Een bericht waar generaal buiten dienst Ben Hodges op reageerde met: “In juli 1935 werden Duitse generaals opgeroepen voor een verrassingsbijeenkomst in Berlijn. Ze kregen te horen dat hun eerdere eed aan de Weimar-republiek nietig was en dat ze een persoonlijke eed aan de Führer af moesten leggen.”
"We vechten niet langer volgens stompzinnige Rules of Engagement(ROE), maar we zullen de handen van onze soldaten bevrijden om zo onze vijanden te intimideren, demoraliseren, opjagen en doden."
Hegseth deed het af als een leuk verhaaltje, maar tussen de regels van zijn goedkope oorlogsretoriek en van zijn geveinsde mannelijkheid door, droop op het podium deze boodschap er wel degelijk van af.
‘Je bent er om oorlog te voeren, dat is de lakmoesproef die ons interesseert. Om onze tegenstanders te bestrijden zullen we een overweldigende hoeveelheid geweld ontketenen. We gaan niet langer volgens stompzinnige Rules of Engagement(ROE) vechten, maar we zullen de handen van onze soldaten bevrijden om zo onze vijanden te intimideren, demoraliseren, opjagen en doden. We zullen ons niet meer laten stoppen door politiek correcte en aanmatigende regeltjes, de militair beslist.’
Ook wij hebben in Afghanistan regelmatig gevloekt omdat de ROE’s ons beperkten. Dat wij ons aan regels dienden te houden waar de Taliban geen enkele boodschap aan had. Tegelijkertijd wisten we ook dat niets ons nog onderscheidt van terroristen als wij, net zoals Israël doet, het internationaal oorlogsrecht niet meer respecteren.
De nieuwe “krijgersethos” die Hegseth en Trump verkondigen, is niets meer of minder dan de boodschap dat het humanitair oorlogsrecht voor de Amerikaanse regering heeft afgedaan. Militairen kunnen wat hun betreft zelf bepalen welk en hoeveel geweld er gebruikt moet worden, zonder achteraf verantwoording af te hoeven leggen. Ze worden zo rechter en beul tegelijk en zijn bij voorbaat vrijgepleit van elk risico tot vervolging. Wie het er niet mee eens is, die mag vertrekken. Een impliciete loyaliteitsverklaring; wie blijft stemt toe en wie het uitvoert wordt daarmee per direct medeplichtig. Die begeeft zich op een pad dat vaak geen weg terug meer kent.
De veranderingen en de persoonlijke grip die de president hiermee op het leger probeert te krijgen is veelzeggend. De nog altijd beperkte weerstand van al deze generaals tegen de reeks van inmiddels genomen besluiten en opdrachten die gegeven zijn, is zorgwekkend. Hoe kan het zijn dat de officieren zich niet verzetten tegen de inzet tegen hun eigen burgers in de Amerikaanse steden (oefenterreinen)? Hoe kan het zijn dat ze drugsschepen bombarderen terwijl het oorlogsrecht dit niet zonder meer toestaat en lopen wij dat risico hier ook?
"Twijfel, onzekerheid en terughoudendheid in gevechtssituaties zijn levensgevaarlijk."
De onheilsprofeten die wijzen naar anderen als vijanden van onze traditionele normen en waarden uit een groots verleden. Politici die de democratische instituties als rechtbanken, de journalistiek of de vrijheid van godsdienst constant aanvallen. Partijen die zondebokken aanwijzen: buitenlanders, LHBTIQ+ en andere minderheden en zo onze woede voeden. Hun impliciet gekozen woorden die expliciet bedoeld zijn om onverdraagzaamheid en geweld aan te jagen. Partijen die kijken naar het Amerika van Trump en op een aantal vlakken zijn beleid en retoriek kopiëren.
Goed voorbeelden hiervan zijn de motie om antifa, een niet bestaande organisatie, tot terroristische organisatie te bombarderen of de motie die verzet tegen de komst van een AZC moet waarborgen. De eerste motie maakt indien werkelijk ingevoerd het pad effent voor precies dat wat de partij die hem indiende ooit wenste; de komst van tribunalen.
Dat militairen een voorkeur voor daadkrachtige en sterke leiders hebben, is geen verrassing. Twijfel, onzekerheid en terughoudendheid in gevechtssituaties zijn vrijwel altijd levensgevaarlijk. Het maakt dat militairen een bijna natuurlijke afkeer hebben van de chaos van demonstraties, snelweg blokkades, van wat sommige leiders “straatterreur” noemen. Zij zijn juist opgevoed in een cultuur van eenheid, waar ze ook het beste in gedijen. Militairen zijn getraind om, als de politiek dat vraagt, de wanorde te herstellen. Hun loyaliteit aan die politiek ligt besloten in het adagium van Von Clausewitz. Oorlog is de voortzetting van de politiek met andere middelen.
Dat zij bij een sterk rechts kabinet ook ingezet kunnen, en ik vrees zullen, worden tegen niet bestaande terreurgroepen en het beëindigen van demonstraties van groeperingen als XR, zal niet direct aan de orde zijn. Net als onder Trump zullen ze dit niet abrupt doen, maar er heel geleidelijk en voorzichtig naartoe werken. Het normaal steeds een stapje verder verschuivend. Maar met het constante afgeven op instituties als de Raad van State, de “Fake” media of het spreken van een nep-parlement en de eerder genoemde moties, zijn de piketpalen al wel geslagen.
"Om ongeacht je eigen politieke kleur niet blind te kiezen voor die sterke leider, maar voor onze normen en waarden. Voor de mensen die jouw bescherming echt nodig hebben."
Om te voorkomen dat militairen hier onbewust in meegezogen worden, hoop ik dat onze generaals hier nu openlijk met hun officieren over spreken. Dat die officieren het bespreken met hun onderofficieren en hun soldaten. Dat ze zich constant bewust blijven van de dynamiek die heerst.
Gesprekken die benadrukken wat ons leger beschermt, over onze grondwet en grondrechten, over de ethische dilemma’s die ze straks mogelijk op hun pad vinden. Over het moment dat je als militair de moed moet hebben om te twijfelen, het je plicht is om op te staan en ‘nee’ te zeggen. Te weten wanneer je de grens moet trekken om, ongeacht je eigen politieke kleur, niet blind te kiezen voor die sterke leider. Dat je nooit uit het oog mag verliezen dat de democratische norm is dat wij niet onze leiders, maar de mensen beschermen die het echt nodig hebben.
Niels ®elen
Opmerkingen
Schrijf een reactie